Het was de afgelopen maanden heel erg stil op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maar daar kwam vorige week verandering in. Op de 13 vragen die we namens jullie gesteld hebben in oktober 2021 hebben we nog geen reactie ontvangen maar uit de beantwoording van andere vragen van ons en andere stakeholders blijkt dat het ministerie de vragenberg uit september heeft verwerkt.
Reactie IenW:
Voor de implementatie van het LEV-kader moet verschillende regelgeving worden aangepast. De technische eisen en regels omtrent de typegoedkeuring worden neergelegd in een ministeriële regeling, in de vorm van een aanpassing van de Regeling voertuigen.
Na het opstellen van de tekst van de regeling en de toelichting, moeten verschillende toetsen, zoals een uitvoerings- en handhavingstoets en een internetconsultatie worden uitgevoerd. De eind tweede kwartaal geplande internetconsultatie biedt ons de mogelijkheid om een formele zienswijze in te brengen.
Na verwerking van de uitkomsten van de toetsen, de consultatie en advisering volgt vaststelling door de minister van IenW en notificatie bij de Europese Commissie. Dit betekent een zogenaamde ‘stand still’ periode van drie maanden, voordat gepubliceerd kan worden. Het voornemen is de Regeling daarna zo snel als mogelijk is te publiceren, zodat fabrikanten de tijd hebben hun productieproces aan te passen.
Het ministerie geeft ook een reactie waarin wij samen met LEVA-EU hebben aangegeven dat het Nederlandse toelatingskader strijdig is met Europese regels.
Reactie IenW:
Er is op dit moment geen geharmoniseerd Europees kader voor LEVs, waarin eisen gesteld worden aan het voertuig en de productie voor het veilig gebruik in het verkeer. Dat neemt niet weg dat andere Europese kaders wel van toepassing kunnen zijn, zoals de Machinerichtlijn. Om aanvullende nationale eisen te kunnen stellen aan veilig gebruik in het verkeer dient eerst beoordeeld te worden of een LEV binnen het toepassingsgebied en de definities van andere EU-kaders, waaronder de Machinerichtlijn, valt. Als dat het geval is dan dient eerst aan deze Europese regelgeving voldaan te worden.
De Machinerichtlijn bevat diverse verplichtingen, waaronder essentiële veiligheids- en gezondheidseisen waaraan machines (en dus ook LEVs, die onder het toepassingsgebied en de definities van de Machinerichtlijn vallen) moeten voldoen. Essentiële veiligheidseisen hebben onder meer betrekking op gevaar voor beknelling, gevaar voor geluid en het gevaar om opgesloten te raken. Als wordt voldaan aan de Machinerichtlijn (wat moet worden aangetoond met onder andere een verklaring van overeenstemming opgesteld door de fabrikant), moet het verhandelen en op de markt aanbieden in alle lidstaten worden toegestaan. De Machinerichtlijn laat echter ruimte aan lidstaten om regels te stellen inzake het wegverkeer. De voertuigeisen in het LEV-kader zullen dan ook aanvullende eisen voor veilig gebruik van het voertuig in het verkeer betreffen en daarbij niet in strijd mogen zijn met Europese regels.
Daarnaast ook een reactie op de vraag waarom e-steps niet gelijkgesteld kunnen worden aan e-bikes.
Reactie IenW:
Het gelijkstellen van de toelating van categorie 1b (onder andere e-steps en segway-achtige voertuigen) met aan categorie 1a (elektrische fietsen en kleine elektrische bakfietsen) zou betekenen dat e-steps uit categorie 1b zonder goedkeuring op de weg komen. Dit wordt om de volgende redenen vooralsnog niet gewenst geacht.
De e-step is een gemotoriseerd voertuig waar nog niet veel ervaring mee is in het verkeer in Nederland. Het betreft veelal nieuw tot de voertuigmarkt toetredende fabrikanten waarvan bij verschillende aanvragen tot aanwijzing als bijzondere bromfiets gebleken is dat deze nog onvoldoende kennis hebben van de verplichtingen en verantwoordelijkheden die op een fabrikant van toepassing zijn. Denk hierbij aan continuïteit in de borging van de kwaliteit van het voertuig, maar ook geïmplementeerde procedures voor het terughalen van voertuigen die een risico vormen. Na de initiële typegoedkeuring is het daarom van groot belang om met een zekere regelmaat te controleren of de kwaliteit van de geproduceerde voertuigen nog volledig overeenkomt met die van het oorspronkelijke goedgekeurde voertuig en of het kwaliteitssysteem van de fabrikant in de praktijk is geïmplementeerd en wordt nageleefd.
Er is, gelet op de voertuigen die aan de RDW zijn aangeboden voor een beoordeling of ze aan de eisen voor aanwijzing als bijzondere bromfiets voldoen, niet het vertrouwen bij de RDW dat een lichter regime van toelating voor deze categorieën van voertuigen nu verantwoord is. Het advies van de RDW om voor voertuigen zoals de e-step het principe van goedkeuring vast te houden is in lijn met de aanbevelingen uit het rapport ‘Veilig toelaten op de weg – Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint’ van de Onderzoekraad voor Veiligheid om een onafhankelijke goedkeuringsinstantie verantwoordelijk te maken voor de besluitvorming bij toelatingen van nieuwe voertuigen en te zorgen dat aan de toelating een integrale risicobeoordeling ten grondslag ligt.
Het ministerie gaat in de beantwoording ook iets meer in op de Duitse goedkeuringen (Duits model):
Reactie IenW:
Er is op dit moment geen geharmoniseerde Europese regelgeving voor de toelating van Lichte Elektrische Voertuigen (LEVs). Afgegeven nationale aanwijzingen voor LEVs zijn alleen geldig op het grondgebied van het lidstaat dat de goedkeuring heeft afgegeven. De Nederlandse en Duitse technische eisen komen grotendeels overeen, maar wijken op essentiële eisen van elkaar af. Voorbeelden waarbij sprake is van verschillende eisen zijn de eisen die gesteld worden aan de remmen, en de in Nederland verplichte richtingaanwijzers en verplichte spiegels. E-steps uit Duitsland dienen daarom in Nederland te worden beoordeeld en aangewezen voorafgaand aan het gebruik op de weg. In Nederland kunnen deze voertuigen aangewezen worden op basis van de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen. Deze beleidsregel komt te vervallen bij inwerkingtreding van het nationale LEV-kader.
Als een fabrikant reeds een Duitse nationale goedkeuring voor zijn voertuigtype heeft, kunnen de daarbij gebruikte testrapporten mogelijk worden gebruikt voor de aanvraag van nu nog een aanwijzing als bijzondere bromfiets. En straks, als de goedkeuringssystematiek wordt gehanteerd, een Nederlandse nationale typegoedkeuring. De RDW beoordeelt de testrapporten. Als de eisen waarop getest is minimaal gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse eisen kunnen de testrapporten worden gebruikt voor de afgifte van een Nederlandse nationale aanwijzing en in de toekomst een Nederlandse nationale typegoedkeuring.
Tot zover de update van het ministerie, wij kennen overigens bijna geen enkele fabrikant die zijn LEV met dubbele remmen, knipperlichten, richtingaanwijzers en achteruitkijkspiegels wil aanpassen aan de eisen van de Nederlandse overheid. We krijgen vooral te horen dat dit in de rest van de wereld inclusief de EU nergens nodig is en dat Nederland wetgeving aan het optuigen is die buiten de werkelijkheid in de rest van de wereld valt waar LEVs (bij persoonlijk gebruik) al zonder noemenswaardige problemen rondrijden.
Geef een reactie